maandag 10 oktober 2011

Boswachters kunnen geen scheidsrechters zijn


De nieuwe film rond de mannen van All Stars gaat deze week in première. Veertien jaar na de aftrap voetballen de locale helden van Swift Boys nog steeds. Peter Paul Muller, Mark in de film, zegt cynisch tegen NU.nl: 'Misschien moeten we maar weer een televisieserie maken. Bij Omroep Max.' Grijs en versleten zijn ze inmiddels, net als veel elftallen in het echte amateurvoetbal. Waarom blijft het toch leuk om elk weekend tegen die bal te trappen? En wat zijn de gevolgen als mannen eerder stoppen met amateurvoetbal?

Voetbal is een mooie sport, in teamverband, je blijft er door in vorm. Daarnaast is het natuurlijk gezellig om met een stel vrienden een paar keer per week samen te komen en te voetballen. En bier te drinken. Maar om dit te blijven doen als de benen stijf zijn en de verantwoordelijkheden groter (lees: minder bier drinken)? Dan is de lol er toch vanaf? Misschien wel, maar er is een diepere oorzaak waardoor (te) oude mannen zich wekelijks uitsloven op het trapveld.
     Na een week hard werken, weinig slapen en de kinderen in bedwang houden, heeft de gemiddelde man een boel frustratie opgebouwd, die eruit moet. Waar beter dan op een voetbalveld? Schelden kun je daar onbeperkt doen. Op de tegenstander ('achterlijke idioot!'), op de eigen keeper ('pak die bal dan, randdebiel!'), op Jezus Christus ('Jezus Christus!') en vooral op de scheidsrechter (alle mogelijke scheldwoorden). De scheids krijgt elk weekend de heel de week lang opgekropte woede van 22 mannen over zich uitgestort. De scheidsrechter is eigenlijk een gratis maatschappelijk werker. Door alle emoties (woede dus) de vrije loop te laten gaan, kunnen de mannen er weer een week tegenaan. Dat lucht op.
     Maar in deze steeds drukker wordende samenleving, met meer werk, meer aandacht voor de kinderen, meer verplichtingen, is er minder tijd voor voetbal. Mannen hangen na een mislukte carrière, Eredivisie zit er niet meer in, hun voetbalschoenen voorgoed aan de wilgen en blijven in de weekenden voortaan thuis. En dat is een groot probleem. De frustratie kan er nu niet meer uit op het voetbalveld, maar dreigt er nu op elk moment uit te schieten. Thuis, op het werk, in het verkeer. Of in het bos.
     In het bos ja. De boswachters hebben namelijk de noodklok geluid. Het bos verhuftert, samen met de gehele samenleving. De lontjes worden korter. Maar stel: je hebt als man de hele week gewerkt, als je eindelijk thuiskwam waren de kinderen irritant en je vrouw (die er na drie bevallingen slechter uitziet dan ooit) chagrijnig, de hond was nog niet uitgelaten en de wastafel van de badkamer moest nog gerepareerd worden, want alle drie je koters erbovenop, dat was toch iets te zwaar. Als je dan eindelijk weekend hebt en nét voor de buis zit om voetbal aan te zetten (kijken doe je nog wel), zegt je vrouw: 'We zouden toch nog naar het bos gaan met de kinderen?' Op een vriendelijke toon, maar je hoort dat als je negatief antwoordt, de hel gaat losbarsten. Om gezeik te voorkomen stem je in.
     En dan begint het gezeik pas. Al in de auto. De kinderen krijgen ruzie, de tomtom raakt de weg kwijt en jij bent de enige die de plattegrond begrijpt, maar je kunt niet helpen die te lezen, want je moet ook op de weg letten. Een uur later dan gepland kom je aan, trapt bij het uitstappen meteen in de hondenstront en je vrouw zegt over het bos: 'Nou, de vorige keer zag het er een stuk beter uit.' Omdat het moet begin je te lopen, niemand heeft er meer zin in en iedereen maakt ruzie met iedereen. De agressie bolt zich op, maar met een uiterste krachtsinspanning houd je jezelf onder controle.
     Maar dan is daar plotseling de boswachter: 'Wilt u geen dennenappels naar de damherten gooien, het zijn beschermde dieren?' Rode kaart. Weg beheersing. Schijt aan anger management! De boswachter had nog beter op een onontdekte Duitse bom uit 1943 kunnen stappen dan deze vader de les lezen, want nu ontploft er een bom met atoomkracht. De vader is niet te houden, stoom komt uit zijn oren, dennenappels spuiten in het rond en als een maniak zoekt hij om zich heen naar een tak groot genoeg om hoofden mee van nekken af te slaan. 
     Dit had voorkomen kunnen worden. Met amateurvoetbal. De boswachter kan de taak van scheidsrechter niet op zich nemen, hij is daar niet voor. In het bos hoort het rustig en niet hufterig te zijn, het voetbalveld is het habitat van de hufter. Met de scheids als martelaar, die lijdt voor de zonden van anderen. Hoe erg mannen de arbiter ook haten, stiekem kunnen ze niet zonder hem. Zonder scheids is hun leven maar een saaie, eentonige hel vol ergernis. De wijze les: mannen, blijf voetballen, ook al zijn de knieschijven versleten, de haargrenzen geweken en de buiken gegroeid. Desnoods op Omroep Max.            

1 opmerking: