woensdag 4 april 2012

Goed nieuws


Dit blog gaat vooral over wat er slecht gaat in de wereld. Fietsenmakersmafiosi, onheilsprofeten, 'echte mannen', dictatoren, God en zelfs Nico Dijkshoorn kregen van mij fijntjes uitgelegd hoe belabberd ze bezig zijn. Heel stoer vind ik dat van mezelf, dat ik dan vanachter mijn computer lekker schop tegen allemaal mensen en dingen enzo. Ik pak iedereen aan, maar ze kunnen niks terug doen. Er is zoveel mis in deze wereld, dat is een constante bron van inspiratie. Die misstanden zo creatief mogelijk uitleggen en aankaarten, dat is waar de columnist en de opinieschrijver van leeft. De één zijn dood...

Alleen, het is allemaal zo makkelijk. Het vingertje opheffen, dat kunnen we allemaal wel. Maar die duim de lucht in, dat is moeilijker. Hoe vaak lees je nou een column waarin de schrijver vertelt hoe goed het eigenlijk gaat met iets, hoe blij we er eigenlijk over moeten zijn? Wanneer neemt een criticus nou eens een onderwerp, waar hij of zij vervolgens een positief verhaal over schrijft? De woorden 'criticus' en 'kritiek' hebben er zelfs een nare nasmaak van gekregen. Kritiek is commentaar leveren, een criticus is degene die dat doet, maar het commentaar kan positief of negatief zijn. 'Hij kan niet tegen kritiek' slaat dan ook nergens op, alsof iemand niet tegen complimenten zou kunnen. Kritiek is tegenwoordig alleen nog negatieve kritiek, omdat critici zoveel meer negatieve dan positieve kritiek hebben.
     Soms is er wel een positief verhaal, maar dat is meestal in reactie op een zeikverhaal van iemand anders. Dan is het dus alsnog negatieve kritiek. Maar een positief verhaal 'uit het niets' kom je toch zelden tegen. Daarom is dit een poging om daar (voor even) verandering in te brengen. Laat ik nou eens iets leuks, iets positiefs en hoopgevends in elkaar zetten. Laat ik nou voor één keer niet al die voorzetten op maat binnen koppen, maar die ene ziekenhuisbal met een omhaal de kruising in knallen. Moet toch kunnen?
     Eerst op zoek naar inspiratie. Een nieuwtje waarvan ik denk 'wauw, wat leuk' en waardoor mijn dag alweer half goed is. Ik worstel me eerst door verschrikkelijk nieuws als 'Rusland verliest een derde van zijn alcoholproducenten', 'Gorden en Raoul uit elkaar', ''Poepterrorist' teistert Vrije Universiteit Amsterdam' en ''Wibi Soerjadi financieel aan de grond''. De duisternis komt me van het computerscherm tegemoet, maar plotseling is daar een baken. Een baken van licht. Daar staat het opeens: 'Aanslag Breivik op Utoya brengt geliefden samen'.
     Het stuk wordt voorafgegaan door een foto van twee Noorse schoonheidsidealen. Zij met zwart (geverfd?) haar en een guitig koppie, hij blond en blank. Het soort mensen die volgens de extremist Breivik de rechtmatige bewoners van Noorwegen zijn. Zij drukt zich tegen hem aan en samen glimlachen ze de camera tegemoet. We zien hier Hakon Knudsen (hoe Noors wil je het hebben?) met zijn meisje, Sofie Tommeras Lyshagen. 20 en 19 jaar jong, maar ze hebben nu al meer meegemaakt dan anderen in hun hele leven zullen doorstaan. Toen ze nog vreemden voor elkaar waren kampeerden ze allebei op 22 juli 2011 op het eiland Utoya, waar ze een jongerenkamp van hun socialistische partij bijwoonden. Tot het schieten begon.
     Terwijl Anders Behring Breivik met gierende lach en brullende machinegeweren het eiland uitkamde op zoek naar zijn uiteindelijk 69 dodelijke slachtoffers, probeerde Sofie zich te verstoppen in het water. Ze was haar vriendje en ook haar beste vriend kwijtgeraakt, hen zou ze nooit meer levend terugzien. Wel zag ze daar Hakon. Samen besloten ze te zwemmen voor hun leven. De knallen en de angstschreeuwen werden langzaam zachter terwijl zij samen het koude water trotseerden. Zij iets langzamer dan hij, stel ik me zo voor, maar hij besluit te waken over dit meisje. Hij had er velen moeten achterlaten op het inmiddels door bloed overspoelde eiland, maar dit meisje kon hij redden en dat zou hij doen ook. Af en toe wacht hij op haar, laat haar voor gaan, hij praat haar moed in, ook al geeft hij ze zelf geen enkele kans op overleven.
     Uiteindelijk bereiken ze toch de oever. Het moment tussen de gewonnen strijd met de dood en de aankomst van de eerste politieagenten en ambulance-medewerkers die naar hen toe rennen, hen in warme dekens inwikkelen en weer terugbrengen naar het rijk der levenden breekt aan. Het moment tussen dood en leven. Het moment tussen de ramp en het herstellen van de ramp. Dat moment waarin er even niets is, het moment waarop zij al voor de buitenwacht ten dode opgeschreven zijn maar nog leven, zijn zij geesten. En op dat korte moment, dat in slowmotion voorbij trekt, staan zij zwijgend en druppelend naast elkaar op een strand. Voor hen zien ze vaag een eiland in de verte en horen ze de flauwe klanken van roepen om hulp, beantwoord door geweersalvo's.
     Daar staan Hakon en Sofie naast elkaar. En nee, fantaseer ik zo, hij slaat geen arm om haar heen. Het is geen Hollywood-film. Ze zijn zich op dat moment niet eens bewust van elkaars aanwezigheid, ze kijken niet naar elkaar, praten niet. Ze zijn volledig met zichzelf bezig. Liefde is wel het allerlaatste waar ze aan denken, op dit moment voelen ze alleen verdriet, angst, schrik, onbegrip... Maar terwijl zij daar zo staan te staren op dat strand, groeit er onbewust iets in de harten van deze jonge Noren. En op het moment dat de hulpdiensten ze uit de droom wekken is er plotseling weer geluid. Sirenes, bevelen van commandanten, vragen van ziekenbroeders, boten die te water gaan en vol gewapende mannen wegstuiven over het koude water. Het geluid is terug, de mensen zijn terug, het leven is weer terug. Maar het dringt niet door. Het geluid is vaag en onverstaanbaar, de mensen zijn gezichtsloos en onscherp, het leven voelt niet meer zoals vroeger. Het enige dat Sofie en Hakon dan scherp voor zich zien, is het laatste wat zij herkennen uit hun oude leven, voor dat voorgoed voorbij was en een nieuw leven begon: de gezichten van Hakon en Sofie.
      Daar, op de plek waar heel Noorwegen rood kleurt van bloed en haat, waar de anti-christ dood en verderf verspreidt op weg naar een wereld met minder tolerantie en compassie, waar tranen vloeien, toekomstperspectieven als sneeuw voor de zon verdwijnen en geschiedenissen voorgoed worden uitgewist, daar waar de duivel voor even lijkt te winnen van de engel, yin van yang, donker van licht, daar bloeit op dat onmogelijke moment toch liefde op tussen twee jonge talentvolle mensen. Daar is het licht in onze dagelijkse duisternis.

Morgen weer een opgeheven vinger.



________________________________________________________________________
Deze maand doe ik mee aan De Bloguitdaging van Ernst-Jan Pfauth. De WAT van WIE? De Bloguitdaging houdt in dat ik in een maand tijd maarliefst 15 blogposts moet schrijven, en als me dat lukt krijg ik een op maat gemaakte blogrecensie van Ernst-Jan Pfauth. En die heeft er verstand van, want hij is één van de succesvolste (en beste) bloggers van ons land, zie www.pfauth.com om het met eigen ogen te lezen. Gevolg is wel dat ik nu in vier weken tijd drie keer zoveel blogs ga schrijven als normaal en de blogs misschien korter en inspiratielozer zijn dan de trouwe lezer gewend is. Ik doe er echter alles aan om dat te voorkomen! Groeten, Enzio Bakker.

1 opmerking:

  1. Hoi Enzio,
    Leuk blog. Een tip. Door het zwart in he achtergrond is de tekst (in ieder geval op een ipad) nauwelijks te lezen. Lijkt me zonde.
    Groet,
    Oorb

    BeantwoordenVerwijderen