vrijdag 14 december 2012

De Facebook-schizofreen

 
Voor Spunk ging ik drie weken lang op Facebook doen alsof ik gek, vrijgezel en daarna gay was geworden. Om te zien hoe mensen reageerden en hoe serieus ze het namen. Vervolgens zou ik screenshots maken en er dan heel triomfantelijk een haha-jullie-trapten-er-allemaal-in stuk overschrijven. Helaas bleek achteraf, toen ik die screenshots wilde maken, dat elke update in je burgerlijke staat verdwijnt zodra je die nog een keer verandert. Heel tactvol van Facebook, maar ook zwaar kut voor mij. M'n hoofdredacteur wees het artikel af - terecht - en ik had voor niks mijn eigen online leven verneukt. Hier alsnog het verhaal zoals ik het ooit bedoeld had.


Mensen hechten enorm veel waarde aan Facebook en dan met name aan statusupdates. Pas als het op je Facebook staat, is je relatie echt officieel en krijg je plotseling felicitaties. Waarom nemen zo veel mensen het zo serieus? Waarom lijken zij een Facebookprofiel en een echt mens niet los van elkaar te kunnen zien? Tijd om het profiel en de mens van elkaar los te trekken, mijn Facebookprofiel wordt een schizofrene, labiele versie van mezelf.






Toen ik onlangs eindelijk de ‘Facebook official’ deed met mijn vriendin, kreeg ik felicitaties van mensen die al lang wisten dat we samen waren. Maar nu leken ze het pas echt te geloven. Blijkbaar is er iets aan de hand met Facebook, waardoor mensen het heel erg serieus nemen. Blijkbaar denken mensen dat alles wat op Facebook gebeurt pas echt echt is en dat de echte Enzio Bakker en de Facebook-Enzio Bakker precies één-op-één lopen. Laten we dat eens uitbuiten.
 

Fase 1: nogal ingewikkeld

 
Zonder het aan wie dan ook te vertellen veranderde ik mijn burgerlijke staat in ‘ingewikkeld’. Ook m’n meisje wist er niks van af. Ik voelde me een grote klootzak en hoopte dat ze er snel achter zou komen zodat ik alles uit kon leggen. Helaas had ze niks door en toen ze twee uur later ging werken – bij de Albert Heijn waar ik ook werk – was ik een beetje in paniek. Er liep daar sowieso iemand rond die het wél gezien had.
     Dat bleek te kloppen. Nog tijdens werktijd whatsappte ze me, voor haar doen redelijk hysterisch, over what the fuck ik aan het doen was op Facebook. Helaas zat ik toen in de collegebanken waardoor ik pas anderhalf uur later kon reageren en het allemaal heel awkward werd. Maar uiteindelijk was ze blij dat het maar een Spunk-experimentje was. Zelfs zij, die honderdduizend procent zeker wist dat onze relatie The Notebook-achtige kwaliteit heeft (heb die film nooit gezien, maar schijnt nogal romantisch te zijn), schrok van dat ene zinnetje op Facebook.
     Ze was niet de enige. Hordes meisjes whatsappten me na weken of maanden plotseling weer om te vragen of alles wel goed ging. “Anders kun je altijd bij me terecht”, is een cliché dat ik vaak voorbij heb zien komen. Ik bleef mijn raadselachtige mantra “Niet alles wat op Facebook staat is waar” herhalen. Ook mijn ouders vroegen op een omzichtige manier of alles wel lekker ging met me. Ik reageerde dan met “ja gaat prima”, alsof er niks aan de hand was.
     Maar aan iedereen die heel direct vroeg of het inderdaad ‘nogal ingewikkeld’ was legde ik gewoon uit hoe het zat. Dat was het hele punt, ik probeerde Facebook en het echte leven van elkaar los te trekken. Om dat te doen postte ik heerlijk emotionele huilberichten op mijn wall, trouw bijgestaan door mijn Spunk-ingewijden.






Fase 2: Vrijgezel 







Met één welgemikte druk op de muisknop was ik van mijn nogal ingewikkelde relatie af. De wereld lag weer aan mijn voeten en de vrouwen ook. Nog erger dan in Fase 1 whatsappten ze mij plat met medeleven. Eén van hen had deze übercreatieve maar onsuccesvolle openingszin: “En, hoe is het met het seksbeest?”












Mijn moeder, aan wie ik eerder al had uitgelegd wat er aan de hand was – dacht ik – schoot in de paniek. Blijkbaar had ik het nog niet helemaal duidelijk gemaakt. Mijn vrienden, die Fase 1 hadden begrepen als een grap, informeerden toch maar naar wat ik in mijn schild voerde. Mensen begonnen mij anders te benaderen, ze begonnen te geloven dat er echt iets met mij aan de hand was. Een grapje kon dit niet meer zijn en als dat wel zo was zou het ook helemaal niet komisch zijn, zag ik ze denken.
     Dat veel mensen zo anders tegen mij deden, deed me wel wat. Heel vreemd, ik wist zelf dat er niks aan de hand was, maar toch begon ik mezelf een beetje een rare gast te vinden die flink in de knoop zat. Mensen zagen mij zo, langzaam maar zeker ging ik mezelf ook zo zien. Maar een weg terug was er niet meer, dus ging ik vast toe werken naar de laatste fase.
 





Fase 3: Uit de kast
Zoals duidelijk is nam lang niet iedereen het meer zo serieus. Mensen die mij helemaal niet hadden gevraagd naar mijn struggle, namen alvast aan dat het allemaal maar een soort grappen waren. Tijd om de aandacht er weer bij te trekken. Dat deed ik zo:














Hierop volgde stilte… Op de één of andere manier kwam de statuswijziging niet tussen de nieuwsberichten te staan (censuur van Facebook?) en zag bijna niemand het. Op zich oké, ik was bang voor reacties als “Altijd al geweten dat je een gaytje was, wat goed dat je er eindelijk voor uitkomt!” Maar de stilte was eigenlijk nog erger. Ik werd er paranoia van.
     Mensen negeerden mij, dacht ik. En anderen deden heel erg aardig onder het mom van “oké, je bent homo, maar ik ben heel ruimdenkend en homo’s zijn oké dus doe ik gewoon extra normaal tegen jou”, dacht ik.
     Ik wilde bewijzen dat iedereen Facebook overdreven serieus neemt, maar ik heb nu bewezen dat ik zelf Facebook overdreven serieus neem. Facebook is nooit echt, maar of je die neppe versie van jezelf neerzet als hippe, intens levensgenietende wereldreiziger op wie iedereen jaloers moet zijn, of als een tragische, depressieve, uit de kast komende aandachtszoeker, zorgt voor een wereld van verschil. Facebook verandert hoe mensen over je denken en hoe mensen over je denken, verandert hoe ik over mezelf denk.
Gelukkig kan ik nu weer normaal worden. Op Facebook dan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten